De trouwe lezers van de donderdagmiddag moesten vandaag wat langer op mijn stukje wachten. Ik weet niet wat ik onder de leden heb, maar voel me de hele dag al super moe. Bij thuiskomst heb ik dan ook eerst een uurtje op de bank zitten doezelen. Ik heb nu net wat gegeten en nu gaat het wel weer.
Tijdens dat uurtje rust heb ik nog even aan de clubs van Bryson DeChambeau zitten denken. Hij heeft ze allemaal op de lengte van een ijzeren 7 ingesteld en volgens mij is dat heel logisch. De snelheid van de bal krijg je door zo snel mogelijk om je as te draaien. Nu is het bekend dat je een pirouette sneller kunt uitvoeren als er zo weinig mogelijk uitsteekt (kijk maar naar een pirouette bij de kunstschaatsers: als zij hun armen naar hun lichaam brengen gaan ze steeds sneller draaien, als zij hun armen uitsteken gaan ze minder snel draaien). De snelheid van de clubhead wordt bepaald door de afstand tot het draaipunt, hoe langer die afstand tot een punt met een vaste draaisnelheid, hoe sneller de clubhead gaat. Enerzijds wil je dus de club zo dicht mogelijk bij je houden, van de andere kant wil je een zo lang mogelijke club. De club langer maken betekent dus niet dat de snelheid groter wordt, want door de grotere afstand tot het middelpunt ga je iets langzamer draaien. Ergens tussen die twee uitersten zit een clublengte waarmee je optimaal kunt presteren. Het lijkt mij dus logisch dat alle clubs even lang zijn (misschien dat het een beetje kan variëren omdat de clubheads verschillen).
De kunst is verder om zo lang mogelijk de club bij het lichaam te houden, dan kan je de meeste snelheid maken. De meeste spelers proberen dit te bereiken door hun polsen te knikken en zo laat mogelijk los te laten. Een andere optie is misschien de schuifclub (ja lach maar, maar de klapschaats werd in het begin ook weggehoond). Tijdens de swing is de club ingeschoven en pas op het laatste moment komt hij door het uitschuiven tot zijn maximale lengte. Dat uitschuiven gebeurt door de draai overigens op heel natuurlijke wijze, daar hoef je niets voor te doen. Tijd voor een patentje?
Vandaag moesten we het nog met de conventionele clubs doen en dat ging de meeste deelnemers heel goed af. Er waren maar liefst drie deelnemers met 22 punten en zij moesten de zes balletjes dan ook onderling verdelen. Cor V. nam genoegen met één balletje, Fake de J kreeg er twee en Johan V. (PSV-er in hart en nieren, ja die zijn er ook) kreeg drie balletjes mee naar huis.
Voor de wedstrijd kregen we allemaal te horen dat er nog maar één birdie in de voorraadkast lag. Niemand van de zeer sociale herenmiddag wilde natuurlijk dat laatste balletje wegpakken voor een ander en zo kon het gebeuren dat er geen enkele birdie geslagen werd.
Zelfs Nico K. schijnt een birdie te zijn misgelopen en dat terwijl hij met zijn eerste slag op hole 2 zo’n meter van de hole lag. Maar ja, het leverde hem wel een mooi flesje bier op (neary). De andere fles bier werd gewonnen door Bart Z. die met zijn tweede slag het dichtst bij het touwtje op hole 3 terecht kwam.

Guus